Historisch Overzicht van Julianaweg 7, Maarssen

Bouwjaar, bouwstijl en oorspronkelijke functie

Julianaweg 7 is gebouwd rond 1912-1913 als onderdeel van een blok van vier aaneengeschakelde middenstandswoningen. Het betreft een ruime vooroorlogse hoekwoning met hoge plafonds, paneeldeuren en originele schouwen, karakteristiek voor de bouwstijl van die tijd. De huizen zijn uitgevoerd in baksteen met glas-in-loodramen en forse dakkapellen, destijds aangeduid als 'fraaie burgerhuizen'. Het pand had vanaf het begin een woonfunctie voor particuliere gezinnen en maakte geen deel uit van een winkel of bedrijfspand. De straat is vermoedelijk vernoemd naar prinses Juliana en werd aangelegd in het kader van een nette dorpsuitbreiding ten zuiden van de Vecht.

Eigendomsgeschiedenis en bewoners

Vanaf 1913 werd Julianaweg 7 bewoond door gegoede dorpsbewoners zoals dominee W.J. Goedbloed. Andere huizen in het blok waren in handen van o.a. een kassier van de Boerenleenbank en een fabrieksdirecteur. In de jaren 1920 werd het pand gekocht door Johannes Cornelis van Heezik, transportondernemer gevestigd aan de Emmaweg. Van Heezik breidde zijn bedrijf uit richting de Vecht en kocht uiteindelijk alle vier woningen (1, 3, 5, 7) om zijn loswal te vergroten. Hij verkleinde de achtertuinen van deze panden en trok het vrijgekomen terrein bij het bedrijventerrein aan de Vecht.

Rond 1926 introduceerde Van Heezik de eerste vrachtauto in zijn bedrijf, waarmee het rustige woonkarakter van de straat begon te veranderen. In 1930 vestigde zich ook een kolenhandel verderop in de straat, wat leidde tot meer overlast. Uiteindelijk besloten de bewoners hun woningen te verkopen aan Van Heezik. Vanaf de jaren ’30 waren de woningen onderdeel van het bedrijfsterrein, al bleven ze fysiek bestaan als woonhuizen.

Na de Van Heezik-periode

In de late jaren 1930 voerde de gemeente beleid om bedrijvigheid uit woonwijken te weren. Van Heezik moest op termijn verhuizen naar een bedrijventerrein elders. Tijdens de oorlog en in de jaren daarna was het transportbedrijf nog in Maarssen actief, maar verhuisde uiteindelijk naar Utrecht. De panden, waaronder Julianaweg 7, keerden terug naar hun oorspronkelijke woonfunctie. Vanaf de tweede helft van de 20e eeuw waren ze weer in bezit van particuliere gezinnen. Tot aan de verkoop in 2025 werd Julianaweg 7 langdurig bewoond door één gezin.

Verbouwingen en gebruik

In 1928 werd vergunning verleend voor de bouw van een stenen loods achter het perceel aan de Vecht. In 1936 werd deze omgebouwd tot garage. De woning zelf onderging geen grote verbouwingen aan de voorzijde. Mogelijke veranderingen betroffen enkel interieur en moderniseringen. De woning bleef zijn woonfunctie behouden en werd nooit een winkel of kantoor. Ook bij de recente verkoop bleef het pand in originele woonstaat, voorzien van modern comfort zoals zonnepanelen.

Vier-onder-een-kap (1, 3, 5, 7)

Julianaweg 7 maakt deel uit van een vier-onder-een-kap blok dat in stijl en opzet identiek is. De andere huizen werden bewoond door notabelen en later ook gekocht door Van Heezik. De achtererven werden bij het loswal-terrein getrokken. Ook deze panden bleven fysiek intact en keerden na het vertrek van het transportbedrijf terug naar reguliere woonhuizen.

Cultuurhistorische betekenis

Julianaweg 7 staat symbool voor de ontwikkeling van Maarssen van rustige woonkern naar industrieel knooppunt in de jaren ’20 en ’30. Het huis toont de transitie van de trekschuit naar het vrachtvervoer, maar ook de terugkeer naar woonfunctie onder druk van ruimtelijke ordening. Als onderdeel van het historische dorpsbeeld, met originele stijlelementen en context binnen een 20e-eeuws uitbreidingsplan, heeft het pand cultuurhistorische waarde. Het vertelt het verhaal van de familie Van Heezik, van transport aan de Vecht tot de industriële groei van Midden-Nederland.

← Terug naar startpagina